Anthempedia

"The Flemish Lion" is the regional anthem of Flanders, in the northern half of Belgium. Adopted in 1973, the lyrics were first written in 1847 by Hippoliet Van Peene, and it was set to music by Karel Miry.[1][2]

Lyrics[]

"De_Vlaamse_Leeuw"_-_Regional_Anthem_of_Flanders_-Belgium-

"De Vlaamse Leeuw" - Regional Anthem of Flanders -Belgium-

Flemish original English translation

Zij zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse Leeuw,
Al dreigen zij zijn vrijheid met kluisters en geschreeuw.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.

Refrein:
Zij zullen hem niet temmen,
zolang een Vlaming leeft,
𝄆 Zolang de Leeuw kan klauwen,
zolang hij tanden heeft. 𝄇

De tijd verslindt de steden, geen tronen blijven staan:
De legerbenden sneven, een volk zal nooit vergaan.
De vijand trekt te velde, omringd van doodsgevaar.
Wij lachen met zijn woede, de Vlaamse Leeuw is daar!

Refrein

Hij strijdt nu duizend jaren voor vrijheid, land en God;
En nog zijn zijne krachten in al haar jeugdgenot.
Als zij hem machteloos denken en tergen met een schop,
Dan richt hij zich bedreigend en vrees'lijk voor hen op.

Refrein

Wee hem, de onbezonnen', die vals en vol verraad,
De Vlaamse Leeuw komt strelen en trouweloos hem slaat.
Geen enkle handbeweging die hij uit 't oog verliest:
En voelt hij zich getroffen, hij stelt zijn maan en briest.

Refrein

Het wraaksein is gegeven, hij is hun tergen moe;
Met vuur in't oog, met woede springt hij den vijand toe.
Hij scheurt, vernielt, verplettert, bedekt met bloed en slijk
En zegepralend grijnst hij op's vijands trillend lijk.

Refrein[2][3]

Ne'er shall they tame him, the proud Flemish Lion,
Even if they threaten with chains and roars his freedom.
Ne'er shall he be tamed, so long as one Fleming lives,
So long as the Lion can claw, so long as he has teeth.

Chorus:
Ne'er shall he be tamed,
so long as a Fleming lives.
𝄆 So long as the Lion can claw,
so long as he has teeth. 𝄇

Time devoures cities, thrones do not last,
Armies may topple, but man does not perish.
Besieged by grievous danger, the foe comes marching in;
We laugh at his anger: the Flemish Lion is there!

Chorus

For a millenium he has fought for God, land and freedom,
And yet his strength, as spry as ever.
Should anyone think he's feeble or taunt him,
With menace and coercion shall he rear.

Chorus

Pardon the brutish who, sham and of faith not,
Pet the Flemish Lion then batter.
A single motion he seeth not;
If vexed shall he raise his manes and roar.

Chorus

Revenge has come, tired of their bait;
Amidst his rage, he pounces the foe
Whose flesh he tears apart
And in victory he sneers o'er the foe's corpse.

Chorus

See also[]

References[]